Ziekten
Eén van de belangrijkste ziekten bij kool is de slijmzwam knolvoet (Plamodiophora brassicae). Alleen in bepaalde gebieden in Noord-Holland kan zonder knolvoetproblemen elk jaar op dezelfde grond kool geteeld worden. Dit is de zogenaamde koolstreek.
Aan de wortels ontstaan onregelmatige opzwellingen en het blad krijgt een loodachtige kleur. In een later stadium gaat de plant slap hangen. Knolvoet is chemisch niet te bestrijden. Ter voorkoming van besmetting moet een zeer ruime vruchtwisseling van 4 tot 6 jaar worden aangehouden en moeten ook de kruisbloemige onkruiden in andere gewassen goed bestreden worden. De vroege teelten hebben minder last van knolvoet, omdat de grondtemperatuur dan nog relatief laag is. Knolvoet ontwikkelt zich pas goed bij een grondtemperatuur van boven de 15°C. Verder houdt deze ziekte van een natte grond en een lage pH. Eenmaal besmette grond wordt nooit meer knolvoetvrij.